We moeten blij zijn met de arbodienst

We moeten blij zijn met de arbodienst

Het komt weleens voor dat werknemers een burn-out hebben en hierdoor niet meer terugkeren op de werkvloer. Uitval van korte duur hoeft geen grote gevolgen te hebben voor een bedrijf, maar stel een werknemer kan een jaar niet meer werken door een burn-out dan zit je toch wel in de problemen als bedrijf. De arbodienst moet ervoor zorgen dat dit niet gebeurt. Bij de arbodienst werken verschillende arbeidsdeskundige die hiervoor zijn opgeleid. Arbeidsdeskundigen onderzoeken welke stappen er nodig zijn om een werknemer terug te laten keren in een bedrijf. Dit kan zijn het vinden van alternatieven werkzaamheden of misschien een oplossing voor de ziekte bedenken waardoor hij zijn oude werkzaamheden kan oppakken. Misschien kan de werknemer wel re-integreren in het bedrijf als er bepaalde dingen op de werkvloer worden aangepast. Het is de taak van de arbeidsdeskundigen om dit te onderzoeken. Misschien heeft een werknemer wel rugklachten vanwege slechte stoelen die op het kantoor staan. Dan kan dit verholpen worden door speciale stoelen aan te schaffen waarmee de klachten hopelijk afnemen. Als de werknemer toch niet kan terugkeren naar de werkvloer dan moeten er wel dingen geregeld worden waardoor hij toch nog rond kan komen. Denk hierbij aan subsidies of vergoedingen waar misschien recht op is.Dan kan de arbeidsdeskundigen dit ook regelen.  Als de werknemer terug keert in het bedrijf kunnen er van tevoren afspraken worden gemaakt om problemen te voorkomen. En dan bedoel ik dus afspraken die te maken hebben met wat er gebeurt als de werknemer opnieuw ziek word en niet meer verder kan werken. Het is handig als hier al regels over zijn opgesteld om verwarring en problemen te voorkomen. De werkgever en werknemer zijn dan gelijk op de hoogte waar ze aan toe zijn. Dit zal voor een hoop rust zorgen. Gelukkig dat de arbodienst bestaat want dit neemt een hoop zorgen weg voor de werknemers en werkgevers in Nederland.